De weg van innerlijke ontdekking
De Stupa is een koepelvormige bakstenen of aarden monument dat dient als herinnering aan een (religieuze) gebeurtenis. Maar het kan ook een reliekhouder, graf- of herdenkingsmonument zijn.
De oorsprong van de stupa is veel ouder dan toen het boeddhisme zich verspreidde in India.
Het is in feite een prehistorisch grafmonument. Het komt overeen met een wat bij archeologen bekend staat als een grafheuvel of tumulus: prehistorische heuvels opgeworpen over menselijke resten (grafkist, urn, hunebed) in een kuil.
In haar ontwikkeling kreeg de stupa langzamerhand de echte gebouwde vorm en afhankelijk van en in overeenstemming met de kunst van de Aziatische landen waar het boeddhisme zich in de loop van de tijd vestigde kregen stupa’s een uitgebreidere en meer versierde vorm, denk aan de Tibetaanse Tchörten, de Japanse Pagode, Boroboedoer op Java of de schitterende stupa’s in Bangkok.
Onder al die verfraaiingen is nog altijd de oorspronkelijke vorm terug te vinden, want haar vierkante basis stelt de aarde voor, de ronde koepel er boven staat voor de hemel en de stok daar bovenop (en er dwars doorheen) is als de as van de wereld en evenzeer onze eigen as.
Van oorsprong een heilige herdenkingsplek is het in de loop der tijd ook een offerplaats geworden waar een heilig vuur ontstoken werd.
Het vuur dat ontstoken werd staat nu ook symbool voor het ontsteken van ons eigen vuur (gewaar worden van onze eigen centrale as) dat wil zeggen het doen ontwaken door ons bewust te worden van ons “ware zelf”.
Als het ontwerp van een stupa schematisch wordt weergegeven dan is zij als volgt opgebouwd:
een vierkant, een cirkel, een driehoek, een halve cirkel met een vlam daarboven op.
De verschillende onderdelen symboliseren elk één van de elementen waaruit het universum en wijzelf zijn opgebouwd.
- het vierkant staat voor aarde en heeft betrekking op de stuit chakra.
- de cirkel staat voor water en heeft betrekking op de navel chakra.
- de driehoek staat voor vuur en heeft betrekking op de hart chakra.
- de halve cirkel staat voor lucht, en heeft betrekking op de keel chakra.
- de vlam staat voor ether en heeft betrekking op de kruin chakra.
(Afhankelijk van welke boeddhistische stroming bestaan er meerdere chakra’s in het menselijk lichaam.)
Stupa’s symboliseren ons zowel in elementaire vorm (aarde, water, vuur, lucht) als in
lichamelijk / geestelijke vorm, maar ze staan ook voor innerlijk ontwaken. Ze zijn een synthese van ons zelf en tevens een synthese van de Dharma.
Ook kan de stupa gezien worden als een wegwijzer of gids. De verschillende verdiepingen van een stupa staan voor aanduidingen die we opnieuw moeten ontdekken om ons beetje bij beetje weer in contact te brengen met “die ene geest” of “ware natuur”.
Maar in haar algemene vorm is de stupa een mandala in reliëf, in tegenstelling tot de vlakke mandala’s die we gewend zijn. (Een mandala is een geometrische tekening / patroon voor meditatie doeleinden.)
De stupa-mandala is opgebouwd uit de volgende lagen:
1 De kruik met de schatten.
Vóór de bouw van een stupa vindt een ceremonie plaats waarbij er een kruik in de grond wordt gestopt onder het toekomstige bouwwerk.
De kruik kan o.a. kostbare metalen, medicijnen, essences, zaden en mantra’s bevatten en dienen ter zuivering en bescherming.
De schatten symboliseren de acht nobele schatten, die wij zelf in onze innerlijke aard moeten ontdekken.
Voor diegene die de stupa laat bouwen is de kruik met inhoud een vorm van Dana voor hen die deze plaats zullen bezoeken. De geweide voorwerpen zullen een rustgevende en weldadige uitstaling hebben op allen die er naar toe komen.
2 Het basis platvorm.
Dit (1e) platvorm staat symbool voor “de tien deugden” die de juiste basis vormen voor bevrijding:
Het lichaam: - Het leven beschermen.
- Edelmoedigheid betrachten.
- Morele zuiverheid betrachten.
Het woord: - De waarheid spreken.
- Verzoenen.
- Zacht en vriendelijk spreken.
- Wel overwogen spreken.
De geest: - Tevreden zijn / geen verlangen.
- Onbaatzuchtigheid beoefenen.
- Vertrouwen koesteren.
Deze basis brengt ons naar de kern van de zaak: we moeten deze weg binnenin onszelf afleggen. De verschillende lagen van de stupa zijn een geheugensteuntje m.b.t. de aspecten van onszelf op de weg van de Dharma, zwakheden moeten we overwinnen en vermogens die we ons eigen moeten maken.
3 De drie treden.
De drie treden bovenop de basis staan voor “de drie toevluchten”:
- de Boeddha (the teacher/guru).
- de Dharma (the teachings).
- de Sangha (the community).
4 De Leeuwentroon.
Dit vierkante gedeelte, vaak gedecoreerd met (sneeuw)leeuwen symboliseert de overwinning (van een Boeddha) op het universum. De leeuw staat voor de moed die nodig is om de illusie te overwinnen dat we één zijn met het universum en er niet ervan gescheiden zijn.
De Leeuwentroon symboliseert de onoverwinnelijkheid van de Dharma,
“de vier onbevreesd heden” van de Boeddha:
- er is lijden.
- er is een oorzaak van lijden.
- er is een einde aan lijden.
- het opheffen van oorzaken van lijden (het achtvoudige pad).
5 De kleine- en grote Lotus.
Beide symboliseren “de zes transcendente grenzeloze deugden of paramita’s”:
- edelmoedigheid.
- moreel besef.
- geduld.
- energie.
- meditatie.
- wijsheid.
De kleine en grote lotus zijn twee omgekeerde treden die de stupa weer breder maken.
Ze vormen tevens een soort beker waarin de paramita’s zich kunnen ophouden en ontwikkelen.
6 De Troon met vier hoeken.
Een nieuw platvorm (een 2e basis) dat symbool staat voor “de vier onbeperktheden”:
- onbeperkte liefde.
- onbeperkt mededogen.
- onbeperkte vreugde.
- onbeperkte gelijkmoedigheid.
Naast het basisplatvorm op de bodem hebben we in onze spirituele groei op een gegeven moment een nieuw fundament nodig dat qua ontwikkeling op een ander-, wijder- en hoger niveau zal zijn.
Er volgen nu vier treden (nummer 7 – 10). Nummer 11 is ondanks zijn vorm geen trede maar opnieuw een basis, de onwankelbare basis. We gaan van basis naar basis, waarbij er iedere keer van inzicht veranderen.
7 De eerste trede.
“Wie de tijdelijkheid goed begrepen heeft is heel dicht bij de bevrijding” aldus de Boeddha.
Alles is onderling van elkaar afhankelijk.
Deze trede staat voor de “vier fundamentele aandachtspunten”:
- de tijdelijkheid van het bestaan.
- de tijdelijkheid van de zintuigen.
- de veranderlijkheid van gedachten.
- de verandelijkheid van omstandigheden van het bestaan.
8 De tweede trede.
Hier is sprake van een duidelijk gericht zoeken naar evenwicht en harmonie en betreft
“de vier volmaakte inspanningen”:
- proberen reeds bestaande gunstige omstandigheden te behouden.
- proberen nog niet bestaande omstandigheden te scheppen.
- proberen om bestaande ongunstige omstandigheden te elimineren.
- je best doen om te voorkomen dat er zulke omstandigheden ontstaan.
Deze gunstige- of ongunstige omstandigheden hebben te maken met onze innerlijke ontwikkeling op de weg naar ontwaken.
9 De derde trede.
Dat wat het mogelijk maakt om iedere etappe in onze innerlijke groei te verwezenlijken,
zowel op fysiek, psychisch en spiritueel gebied zijn “de vier voetsteunen”:
- de aandacht richten op de Dharma.
- één puntige concentratie.
- onwankelbaar volharden.
- het analyseren / onderzoeken.
10 De vierde trede.
Deze trede staat voor innerlijke ontwikkeling en de groei van “de vijf (spirituele) vermogens”:
- vermogen van het geloof.
- vermogen van inspanning.
- vermogen van aandacht.
- vermogen van meditatieve concentratie.
- vermogen van kennis.
11 De onwankelbare basis.
Deze basis ondersteunt de centrale kruik (zie nummer 12) m.b.v. de boven genoemde vijf (spirituele) vermogens. Het verband van deze vijf (spirituele) vermogens en “de vijf krachten” van deze onwankelbare basis is dat het beoefenen van deze vermogens kracht zal geven.
Boeddha heeft aangegeven dat de weg naar nirvana het beoefenen van deze vermogens is:
- een weg van retraite.
- afwezigheid van passie.
- loslaten.
- afstand doen.
12 De Centrale kruik.
De centrale kruik of vaas, bevindt zich halverwege de stupa en bevat o.a. beelden,
teksten en relikwieën die de spraak, geest en lichaam van alle Boeddha’s symboliseren.
De kruik staat voor ons hart waarin zich de vijf spirituele vermogens en de vijf corresponderende krachten zich kunnen ontwikkelen.
Nadat tot nu toe de eerste stappen van onze innerlijk zoektocht ons denken tot rust heeft gebracht en gezuiverd heeft staat er niets in de weg de focus op ons ware Zijn te richten,
dat tot nu toe gesluierd was door verkeerde inzichten, verkeerde woorden en daden.
De kruik symboliseert “de zeven stappen van ontwaken”:
- mindfulness.
- volmaakte kennis.
- toewijding.
- verrukking.
- volmaakte beheersing.
- stabiele concentratie.
- gelijkmoedigheid.
13 Tré.
Omdat een stupa ook gezien kan worden als een schets van ons (zittende) lichaam doet dit vernauwde gedeelte denken aan de nek van een hoofd.
De Tré staat voor “het edele achtvoudige pad”, de weg die is aangegeven door de Boeddha:
- het juiste zien.
- het juiste begrijpen.
- het juiste woord.
- het juiste handelen.
- het juiste leven.
- de juiste inspanning.
- de juiste aandacht.
- de juiste concentratie.
Boven de Tré bevinden zich, op een brede band, de ogen die het hoofd als geheel moet voorstellen. De ogen zijn geschilderd op de vier zijden wat het Zien in alle richtingen;
het totale zien van een ontwaakte. Vlak daarboven is een geopende lotus afgebeeld die de kruin chakra voorstelt.
Tot nu toe hebben we diverse etappes van inspanning, van onderzoek, van verlangen naar licht, van kwaliteiten die ontwikkeld moesten worden om het doel van verlichting te bereiken, doorlopen. Maar vanaf het niveau van de geopende lotus zullen we de eigenschappen van het wezen dat reeds overwinnaar is, van de volledig ontwaakte Boeddha tegenkomen.
14 De as, de Levensboom.
Hoewel deze as al aanwezig was vanaf de grond, wordt hij nu pas benoemd omdat we tot nu toe er nog niet bewust van waren. We waren niet nog niet in evenwicht, nog niet gecentreerd.
Op dit niveau is de as gevonden, ons doel ligt duidelijk voor ons.
15 Tien trancente inzichten.
Om de levensboom zijn 13 ringen boven elkaar aangebracht deze staan voor
“de 10 inzichten en de 3 vormen van mindfulness” die ook al aanwezig waren bij het begin van onze innerlijke weg. De 10 inzichten hebben betrekking op de volgende zaken:
- verschijnselen.
- geest.
- oorzaken en gevolgen.
- illusies.
- de oorsprong van lijden.
- het ophouden van lijden.
- de weg die voert naar het ophouden van lijden.
- verwoesting.
- het niet-verschijnen.
- 10 soorten of transcendente wijsheid.
De 3 vormen van mindfulness hebben betrekking op verleden, heden en toekomst.
16 De koninklijke parasol met slingers.
Deze van metaal gemaakte krans versiert de top van de schacht van de stupa. Het is de kroon op de gedane inspanningen die alle eigengemaakte verheven eigenschappen (paramita’s en transcendente eigenschappen) vertegenwoordigd.
17 De halve maan.
Het is duidelijk voor iemand die dit niveau bereikt heeft dat de geest veranderd is van latent (in potentie) aanwezig naar totaal wakker en geheel ontwikkeld. De halve maan symboliseert deze innerlijke spirituele verandering.
18 De Maan.
Dit staat voor de beëindiging van alle leiden. Vanaf het moment dat ons denkende aspect juist is, volledig gerealiseerd, zal er geen oorzaak van lijden meer zijn.
19 De Zon.
Waar de Maan ons denkende aspect weerspiegelt, staat de Zon voor ons hart aspect,
de plaats van stralend mededogen en liefde: “de duizend lichten van mededogen”.
Het totale licht is verworven, er is geen ander en geen andere.
20 Juweel in top.
Alle Dharma kwaliteiten zijn verworven, het zelf (het juweel) is gerealiseerd.
Er is alleen nog maar wat IS, hier en nu. Er valt niets meer te verlangen, niets meer te verwachten. Wensen worden niet meer gestuurd door persoonlijk egocentrisch denken, maar zijn nu gerechtvaardigde wensen die in volmaakte harmonie met het universum zijn.